Epiloog uit de pen van burgemeester Gerhard ter Pelkwijk

Het kostte mij heel wat moeite die te reconstrueren: de dagen en nachten van den oorlog waren geweest éne spanning en de gebeurtenissen volgden elkander op, zonder dat er gelegenheid was tot rust te komen.

Mijn medewerkers waren over het algemeen rustig, slechts enkelen werd een en ander te machtig. Op de Wethouders, den Secretaris, den Hfd. v. P., den Brandweer Commandant en de directeuren van de verschillende diensten kon ik rekenen. Vrijwillige hulp van Vrouwelijk Vrijwilligers Corps, van Padvinders, van Luchtbescherming was voortreffelijk.

In mijn naaste omgeving had ik grote steun aan Mej. Dr. Tellegen, die opgewekt, vol goeden moed hielp, waar het nodig was.

Portret van mr. Marie Anne Tellegen (Arnhem 30 december 1893), zittend aan haar bureau op het stadhuis, hoofd van de afdeling maatschappelijke aangelegenheden en statistiek van de gemeentesecretarie van Utrecht (1924-1942), prominent lid van het verzet in Utrecht tijdens WO II (1942-1945), overleden Amsterdam 23 april 1976

Van Maandagochtend 13 Mei af had ik nacht en dag mijn dochter bij mij, die rustig en flink mij klein werk uit de handen nam.

Wij waren allen bereid het ergste te ondergaan, vastberaden. Er was veel, dat wij in die dagen niet begrepen, al die geruchten werkten verwarrend. Welke was de werkelijke toestand? De militaire maatregelen waren vaak ons een raadsel. Er was veel, dat ons verontrustte. Was de vesting Holland paraat? Wij betwijfelden het. Wat ik van militaire chefs hoorde, klopte niet met mijn gegevens, die ik geregeld van den Commissaris der Koningin ontving.

Door contact met Burgemeesters en ambtenaren van de P.U.E.M. in de provincie was deze telkens goed op de hoogte. Burgergidsen moest ik ter beschikking stellen om troepen naar forten te brengen, daar deze het terrein niet of niet voldoende kenden.

Later vernam ik, dat in de nacht van Maandag op Dinsdag de bezetting van Griffenstein achter het terugtrekkend veldleger was mede gegaan. De chef van den Staf, Kapitein M. van den Heuvel, een fikse officier, moest manschappen in het hart van de stad tegenhouden; na revolver getrokken te hebben commandeerde hij rechtsomkeert en bracht hij de troep terug naar de stelling, en hielp hij persoonlijk bij het opstellen van de stukken. Eerst laat werden asperges* geplaatst en huizen ten behoeve van schootsveld vernield. Water voor inundatie is niet voldoende en te laat gestegen.

Wij waren allen bereid het ergste te ondergaan, vastberaden.
– Gerhard ter Pelkwijk, mei 1941

De plaatselijke Commandant ontving op 14 Mei na het middaguur bericht, dat zich een Duits officier als parlementair had gemeld met eis tot overgave, onder bedreiging van totale vernietiging. Ultimatum werd afgewezen met beslistheid. Ook bij latere herhaling (tot tweemaal toe) werd ultimatum zonder meer afgewezen.

In den namiddag is door den militairen commandant rechtstreeks uit Den Haag bevel ontvangen de wapens neer te leggen en den militairen commandant op de hoogte te stellen. Te pl.m. 16 uur werd als parlementair Luitenant Schaap gezonden. Een en ander schijnt niet te zijn gegaan dan nadat wanhoopsplannen om zich te blijven verzetten, waren opgegeven.

Om pl.m. 20:30 uur werd Kolonel A. de Vries met Kapitein Van den Heuvel ontboden bij bevelvoerend Generaal in Amerongen, Von Tydeman. Voorwaarden voor overgave werden vastgesteld.

Kapitein Machiel van den Heuvel

Later verneem ik, dat in geval van wanordelijkheden of handelingen tegen het bezettingsleger, ik, als Burgemeester aansprakelijk was gesteld. Troepen en burgerij hebben zich rustig gedragen. Er was dan ook een algemene verslagenheid. De overgave werd door velen zelfs als een verlossing beschouwd na de zware bedreigingen.

Telkens is het nodig te zeggen:

wacht maar, nu komen pas de grootste moeilijkheden!

Mei 1940.

Deze website is mede tot stand gekomen met informatie en beeldmateriaal van Oud-Utrecht en Het Utrecht's Archief.