Ik word ‘s nachts ongeveer om vier uur wakker door vliegmachines en afweergeschut. Van balcon af zie ik grote groepen vliegtuigen.
Telephoon gaat. Hoofd luchtbescherming meldt radiobericht: Duitsers hebben Waalhaven, IJpenburg, Schiphol gebombardeerd. Kort daarna telephoon van Hoofdcommissaris van Politie: hetzelfde bericht
Het is dus oorlog met Duitsland!
Ik kleed mij vlug aan, pak koffer om op Stadhuis te kunnen blijven en bestel taxi.
Op straat staan groepjes mensen. Op Stadhuis is nog weinig beweging. Ik geef order, dat luchtbescherming aanstonds volledig in werking komt, alle diensten moeten gereed zijn, loopgraven moeten gecontroleerd worden en bijgewerkt.
Telephoon belt onophoudelijk. Inlichtingen worden gevraagd. Ik hoor, dat Stafkwartier van Montfoort naar Hojelkazerne is overgebracht. “Officieel” is den Plaatselijken Commandant nog niets bekend.
De berichten, die geleidelijk binnenkomen, zijn verpletterend: overal zijn parachutisten gedaald, Duitsland dreigt met volledige vernietiging van ons land. Verschillende verraders zouden zijn gefusilleerd. Wij horen van verontwaardiging van Van Kleffens tegenover Duitschen gezant, lezen het bulletin met “het vlammend protest” van de Koningin.
Ondertussen telkens vliegmachines en afweergeschut.
Een verbod de gemeente in westelijke richting te verlaten wordt afgekondigd. Van verschillende kanten komen verzoeken om ontheffing, doorgestuurd met advies naar Stafkwartier. Ik regel met Wethouder Botterweg het doen vervaardigen van noodgeld.
In kamer van Secretaris vergadering met de Wethouders. Enkele dringende punten behandeld. Besluit tegen middag Raad bijeen te roepen in buitengewone vergadering.
Telephoonverbindingen blijken geblokkeerd te zijn. Ontheffingen, welke dringend nodig zijn, worden gevraagd. Verbod komt van Regering, dat Duitsers zich niet buitenshuis mogen begeven. Hfc. v. P. deelt mede, dat hij order heeft N.S.B.’ers op te sluiten.
Vaardig af verbod levering van levensmiddelen naar buiten de stad en verkoop voor behoefte voor meer dan een dag. Geef order voor wegvoeren van verpleegden in Willem Arntzgesticht naar Den Dolder, overeenkomstig het gemaakte plan voor ontruiming van de stad.
Spreek bevolking herhaaldelijk toe via radiodistributie om maatregelen bekend te maken. Door luidsprekers, die voor luchtalarm overal in de stad zijn opgesteld, bereik ik mensen op straat. Ik wil burgers geruststellen, hen waarschuwen en betrouwbare inlichtingen geven.
Ik wil burgers geruststellen, hen waarschuwen en betrouwbare inlichtingen geven.
Raadsvergadering duurt kort. Ik geef overzicht van toestand, spreek vertrouwen uit, reken op hulp en steun. Vraag machtigingen. ‘t Is een ontroerend ogenblik, als de Raadsleden, na afloop, mij allen zwijgend de hand drukken.
Op Stadhuis militaire wacht. Verneem van vliegmachine, welke ten zuiden van de stad is neergeschoten: 1 man is doodgevallen, 1 krijgsgevangene.
Ik laat een veldbed opslaan in mijn kamer en geef order, dat Stadhuis ‘s nachts bezet blijft. ‘s Avonds en ook ‘s nachts telkens telephoontjes. Courant meldt, dat geällieerden zullen helpen.
Veel vliegmachines zijn neergeschoten, vliegvelden één na (Waalhaven) zouden zijn heroverd.
Alles ziet er ernstig uit, maar …. niet ontmoedigend.