Vroeg in den morgen, hoor ik van vluchtelingen uit Veenendaal. Ik laat ze verzamelen in de Beatrixhal van de Jaarbeurs.
Het kost moeite voor ontvangst een en ander in orde te maken. Bij mijn komst in de hal is er nog weinig hulp. Enkele vrouwen liggen in onmacht. Gelukkig komt er uitredding, dankzij dames van het Vrouwelijk Vrijwilligerscorps en van Rode Kruis. Levensmiddelen worden door naburige winkels bezorgd.
Laat vrouw en dochters komen. Jongste neemt zorgen op zich voor twee kraamvrouwen en kleine kinderen in een vrachtauto.
Ik tracht regeling te krijgen voor vertrek met treinen. Het station is geheel verlaten. Geen trein komt of vertrekt. Geen enkel uitzicht op beschikbaarstelling van treinen kan worden gegeven.
Als alles loopt, naar Stadhuis terug. Er is veel bezoek voor dringende zaken.
Hoor van gevaar, dat vanuit Rotterdam kwaadwilligen naar Utrecht willen komen. Bruggen worden op mijn order opengedraaid.
Stel dames van Vrouwelijk Vrijwilligerscorps ter beschikking om vrouwen bij binnenkomen in de stad te fouilleren. Ik laat Raadskelder ontruimen en toegangen Stadhuis bewaken door de militaire wacht.
Ik heb geregeld een vlot contact met Commissaris der Koningin. Berichten blijven niet ontmoedigend. Er gaan wel veel wilde verhalen. Spreek weer voor radio en luidsprekers, daar ik hoor, dat dit wordt gewaardeerd.
Door politie en ambtenaren wordt flink medegewerkt. Vrijwillige hulp is goed. In antichambre padvindersdienst voor berichtgeving. Radioberichten worden voor mij opgetekend en geregeld gebracht.